Wat is de voorwaarde voor faillietverklaring?

Voor een faillietverklaring moet aan twee hoofdvoorwaarden worden voldaan: de schuldenaar moet hebben opgehouden te betalen én er moeten minimaal twee schuldeisers zijn. De rechtbank toetst of sprake is van een structurele betalingsonmacht waarbij de schuldenaar niet meer aan zijn lopende verplichtingen kan voldoen. Deze juridische procedure binnen het insolventierecht biedt zowel schuldeisers als schuldenaren een wettelijk kader om met onoplosbare schuldsituaties om te gaan.

Wat zijn de belangrijkste voorwaarden voor een faillietverklaring?

De belangrijkste voorwaarden voor een faillietverklaring zijn wettelijk vastgelegd in de Faillissementswet. De twee kernvoorwaarden zijn dat de schuldenaar moet hebben opgehouden te betalen en dat er sprake moet zijn van een pluraliteit van schuldeisers. Dit betekent concreet dat de schuldenaar structureel niet meer aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen en dat er minimaal twee schuldeisers zijn met opeisbare vorderingen.

Het insolventierecht speelt een cruciale rol in het Nederlandse rechtssysteem door een geordende afwikkeling mogelijk te maken wanneer een schuldenaar niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen. Dit rechtsgebied beschermt zowel de belangen van schuldeisers als die van de schuldenaar zelf. Voor schuldeisers biedt het een collectieve procedure waarbij alle schuldeisers gelijk worden behandeld volgens het paritas creditorum beginsel.

Het begrijpen van deze voorwaarden is essentieel omdat een faillissementsaanvraag verstrekkende gevolgen heeft. Voor ondernemers betekent een faillissement het einde van hun bedrijfsvoering, terwijl particulieren geconfronteerd worden met jarenlange financiële beperkingen. Daarom is het van groot belang om de juridische criteria goed te kennen voordat men een faillissementsaanvraag overweegt of hiermee geconfronteerd wordt.

Wanneer heeft iemand recht op het aanvragen van een faillissement?

Zowel de schuldenaar zelf als zijn schuldeisers hebben het recht om een faillissement aan te vragen bij de rechtbank. Een schuldenaar kan eigen aangifte doen wanneer hij voorziet dat hij niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen. Schuldeisers kunnen een faillissementsaanvraag indienen wanneer hun vordering onbetaald blijft en zij aannemelijk kunnen maken dat ook andere schuldeisers niet worden betaald.

Voor schuldeisers geldt dat zij een opeisbare vordering moeten hebben die niet wordt voldaan ondanks aanmaningen. De schuldeiser moet bij zijn verzoekschrift kunnen aantonen dat de schuldenaar in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit het feit dat meerdere schuldeisers al langere tijd niet worden betaald of dat beslagleggingen zonder resultaat blijven.

De belangen die hierbij spelen verschillen per partij. Schuldeisers willen vaak via een faillissement alsnog een deel van hun vordering voldaan krijgen door de verkoop van activa. Voor de schuldenaar kan een eigen aangifte soms een manier zijn om onder onhoudbare schulden uit te komen en na verloop van tijd een schone lei te krijgen. De rechtbank weegt deze belangen zorgvuldig af bij de beoordeling van een faillissementsverzoek.

Wat betekent ‘ophouden te betalen’ in juridische zin?

Het juridische begrip ‘ophouden te betalen’ betekent dat de schuldenaar in een toestand verkeert waarin hij niet meer aan zijn opeisbare schulden kan voldoen en dit een structureel karakter heeft. Het gaat niet om een tijdelijk liquiditeitsprobleem maar om een situatie waarin de schuldenaar fundamenteel niet meer in staat is zijn verplichtingen na te komen. De rechtbank beoordeelt of sprake is van een algemene toestand van niet-betalen.

Het verschil met tijdelijke liquiditeitsproblemen is cruciaal voor de beoordeling. Een ondernemer die door seizoensinvloeden tijdelijk minder inkomsten heeft maar wel uitzicht heeft op herstel, heeft niet opgehouden te betalen in juridische zin. Pas wanneer de betalingsproblemen structureel zijn en er geen reëel vooruitzicht bestaat op verbetering, is aan deze voorwaarde voldaan.

De bewijslast ligt bij degene die het faillissement aanvraagt. Bij een aanvraag door een schuldeiser moet deze feiten en omstandigheden aanvoeren waaruit blijkt dat ook andere schuldeisers niet worden betaald. Dit kan bijvoorbeeld door het overleggen van onbetaalde facturen van andere schuldeisers, informatie over mislukte beslagleggingen of verklaringen van andere crediteuren. De rechtbank toetst kritisch of werkelijk sprake is van een algemene betalingsonmacht.

Hoeveel schuldeisers zijn minimaal nodig voor een faillissementsaanvraag?

Voor een faillietverklaring geldt de pluraliteitseis, wat betekent dat er minimaal twee schuldeisers moeten zijn met opeisbare vorderingen. Deze eis voorkomt dat het faillissement wordt gebruikt als incassomiddel door één enkele schuldeiser. De wetgever heeft bepaald dat faillissement een collectieve procedure is die alleen gerechtvaardigd is wanneer meerdere schuldeisers belang hebben bij een gezamenlijke afwikkeling.

Er bestaan enkele uitzonderingen op deze hoofdregel. Wanneer één schuldeiser het faillissement aanvraagt maar tijdens de behandeling blijkt dat inmiddels een tweede schuldeiser is bijgekomen, kan de rechtbank alsnog tot faillietverklaring overgaan. Ook wanneer aannemelijk is dat zeer binnenkort een tweede schuldeiser zal ontstaan, bijvoorbeeld door een vaststaande belastingaanslag, kan de rechtbank hier rekening mee houden.

De rechtbank hanteert een praktische benadering bij de toetsing van de pluraliteitseis. Schuldeisers hoeven niet beiden het faillissement aan te vragen; het is voldoende dat aangetoond wordt dat er meerdere schuldeisers zijn. De tweede schuldeiser kan zelfs een relatief kleine vordering hebben. Wel moet het gaan om reële vorderingen; kunstmatige constructies om aan de pluraliteitseis te voldoen worden door de rechtbank doorzien.

Welke bewijsstukken moet je overleggen bij een faillissementsaanvraag?

Bij een faillissementsaanvraag moet de aanvrager verschillende bewijsstukken overleggen om zijn verzoek te onderbouwen. De belangrijkste documenten zijn de onderliggende overeenkomsten of facturen waaruit de vordering blijkt, aanmaningen en sommaties waaruit blijkt dat betaling is uitgebleven, en indien aanwezig rechterlijke uitspraken waarin de vordering is vastgesteld. Deze stukken moeten aantonen dat sprake is van een opeisbare vordering die niet wordt voldaan.

Daarnaast zijn bewijsstukken nodig waaruit blijkt dat de schuldenaar heeft opgehouden te betalen. Dit kunnen zijn:

  • Verklaringen of bewijzen dat ook andere schuldeisers niet worden betaald
  • Processen-verbaal van vruchteloze beslagleggingen
  • Correspondentie waarin de schuldenaar zijn betalingsonmacht erkent
  • Overzichten van geretourneerde incasso’s of afgekeurde betalingen
  • Berichten over gesloten bankrekeningen of betalingsregelingen met andere crediteuren

De kwaliteit en volledigheid van de bewijsstukken bepalen in grote mate het succes van de faillissementsaanvraag. De rechtbank toetst kritisch of de overgelegde stukken daadwerkelijk aantonen dat aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan. Onvolledige of onduidelijke documentatie kan leiden tot afwijzing van het verzoek of tot aanhouding voor nader onderzoek.

Wat is het verschil tussen faillissement en surseance van betaling?

Faillissement en surseance van betaling zijn beide procedures binnen het insolventierecht maar hebben een fundamenteel verschillend karakter. Faillissement is gericht op liquidatie van het vermogen waarbij een curator de activa verkoopt en de opbrengst verdeelt onder de schuldeisers. Surseance van betaling daarentegen is een tijdelijke maatregel die de schuldenaar bescherming biedt tegen individuele invorderingsacties terwijl hij werkt aan een oplossing voor zijn financiële problemen.

De keuze tussen beide procedures hangt af van de levensvatbaarheid van de onderneming. Surseance is geschikt wanneer de onderneming gezond is maar kampt met tijdelijke liquiditeitsproblemen. De schuldenaar krijgt dan tijd om een akkoord met schuldeisers te bereiken terwijl de bedrijfsvoering kan worden voortgezet. Faillissement is aan de orde wanneer voortzetting van de onderneming niet meer realistisch is en liquidatie de beste oplossing vormt voor alle betrokkenen.

De gevolgen voor de schuldenaar verschillen aanzienlijk. Bij surseance behoudt de ondernemer zeggenschap over zijn bedrijf, zij het onder toezicht van een bewindvoerder. Bij faillissement verliest hij alle zeggenschap aan de curator. Ook de positie van schuldeisers verschilt: tijdens surseance kunnen zij geen individuele invorderingsmaatregelen nemen maar behouden zij kans op volledige betaling bij een succesvol akkoord. Bij faillissement ontvangen zij meestal slechts een percentage van hun vordering uit de boedel.

Belangrijkste aandachtspunten bij voorwaarden voor faillietverklaring

De kernvoorwaarden voor faillietverklaring zijn helder maar de praktische toepassing vraagt om zorgvuldige afweging. Voor schuldeisers is het essentieel om gedegen bewijs te verzamelen van zowel hun eigen vordering als het algemene betalingsonvermogen van de schuldenaar. Het loont om contact te zoeken met andere schuldeisers om gezamenlijk een sterker dossier op te bouwen. Timing speelt ook een rol: te vroeg indienen kan leiden tot afwijzing, te laat indienen vermindert de kans op enige uitkering uit de boedel.

Schuldenaren die met betalingsproblemen kampen doen er verstandig aan om vroegtijdig de situatie te analyseren. Wanneer herstel mogelijk is, kan surseance van betaling of een onderhands akkoord uitkomst bieden. Is de situatie uitzichtloos, dan kan eigen aangifte van faillissement verdere schade beperken. Het negeren van problemen leidt vaak tot hogere schulden en mogelijk persoonlijke aansprakelijkheid voor bestuurders.

Het belang van gespecialiseerd juridisch advies kan niet genoeg benadrukt worden in deze complexe materie. Advocaten met expertise in insolventierecht kunnen beoordelen of aan de wettelijke voorwaarden is voldaan, adviseren over de beste strategie en begeleiden bij de procedure. Zij kennen de valkuilen en kunnen voorkomen dat kostbare fouten worden gemaakt. Voor zowel schuldeisers als schuldenaren geldt dat tijdig professioneel advies vaak leidt tot betere uitkomsten. Heeft u vragen over faillissementsvoorwaarden of overweegt u stappen te ondernemen? Neem dan contact op voor deskundig advies dat is toegesneden op uw specifieke situatie.

Ook interessant