In de Grondwet, maar ook in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) staan fundamentele rechten opgenomen die ons beogen te beschermen. We kennen klassieke grondrechten, zoals bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting. Dit zijn grondrechten die de burger beschermen tegen haar overheid (en elkaar). Er zijn ook sociale grondrechten, waarbij spelregels worden geformuleerd waar de overheid zich aan moet houden om een betere leefomgeving te creëren. Denk bij deze laatste bijvoorbeeld aan de zorg voor het milieu.
Botsende grondrechten
Grondrechten kunnen ook met elkaar botsen. Zo staat de vrijheid van meningsuiting vaak haaks op het recht op privacy. Dan is een goede afweging nodig tussen de verschillende rechten.
Wij Nederlanders gaan bijzonder met onze grondrechten om. In onze Grondwet staat opgenomen dat rechters niet rechtstreeks mogen toetsen aan de Grondwet. Artikel 120 van de Grondwet bepaalt dat een rechter niet mag beoordelen of een wet inhoudelijk in strijd is met de Grondwet en ook niet mag onderzoeken of een wet (of verdrag) volgens de Grondwet tot stand gekomen is. De gedachte daarbij is dat onze Tweede en Eerste Kamer, die gekozen zijn door het volk, er wel rekening mee houden dat onze wetten niet in strijd zijn met de Grondwet.
Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie
Een voor Nederlanders onbekend document betreft het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. En dat is jammer, want het is een heel bijzonder document. In dit Handvest staan minimale grondrechten opgenomen waar iedere EU-inwoner een beroep op kan doen. Onze rechters dienen onze wetten ook daadwerkelijk te toetsen aan de grondrechten uit dit Handvest. In dit Handvest staan allerlei soorten grondrechten, zoals:
- Menselijke waardigheid (artikel 1);
- Privacy en persoonsgegevens (artikelen 7 en 8);
- Vrijheid van meningsuiting/informatievrijheid (artikel 11);
- Eigendom en Intellectuele eigendom (artikel 17 lid 2).
Vrijheid van ondernemerschap
Naast deze gebruikelijke grondrechten, staan er echter ook bijzondere grondrechten in. De meest in het oog springende vinden we in artikel 16, vrijheid van ondernemerschap. Dit is een bijzonder grondrecht, dat ziet op een belangrijk goed, te weten vrijheid om te mogen ondernemen. De Europese Unie ziet immers onder meer op de harmonisatie van regelgeving die een vrij verkeer van goederen en diensten mogelijk maakt. Met een beroep op het recht van ondernemerschap kunnen discussies in het juiste perspectief worden gezet, te weten of de beperkende maatregelen (bijvoorbeeld een beperking op informatieverstrekking) niet in strijd zijn met het recht om te kunnen ondernemen.
De vrijheid van ondernemerschap geeft onze nationale rechters een geheel nieuw kader om te beoordelen of het inderdaad redelijk is dat ondernemerschap wordt beperkt door regelgeving. Het legt een zware verantwoordelijkheid neer bij onze wetgever om een zeer zorgvuldige belangenafweging te maken waarom het vrije ondernemerschap in een specifiek geval moet wijken voor beperkende regelgeving. Voor veel burgers, maar ook voor veel advocaten en rechters, is dit een relatief nieuw toetsingskader.
Zie in dit kader het recentelijk gewezen vonnis door de Rechtbank Den Haag d.d. 11 maart 2015 (KG ZA 14/1575), waarin de voorzieningenrechter de Wet Bewaarplicht Telecommunicatiegegevens buiten werking heeft gesteld met een rechtstreeks beroep op het recht op eerbiediging van privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens, beide grondrechten uit het Handvest.
Dus burgers en buitenlui, maak gebruik van uw Grondrecht om te mogen ondernemen! Meer weten over grondrechten en wat je er als ondernemer mee kunt? Bel of mail Jeroen Sprangers.