Onjuiste informatie van de overheid – wat kan je er tegen doen?

Onjuiste informatie van de overheid komt vaak voor. Wat kan je er tegen doen? Stel, een ondernemer die een bedrijf wil starten of uitbreiden wendt zich tot de gemeente met de vraag of en welke vergunningen hij nodig heeft. Dan kan het gebeuren dat de ondernemer van zijn gemeentelijke gesprekspartner een uitspraak krijgt. Tot zijn schrik verneemt hij later dat er een besluit is genomen dat haaks staat op de uitspraak die is gedaan. Dit gebeurd bijvoorbeeld wanneer de gemeente de vergunning weigert of een dwangsom oplegt wegens handelen in strijd met de regelgeving. Wat kan een ondernemer doen in een dergelijke situatie?

Onjuiste informatie overheid

Slaagt een beroep op het vertrouwensbeginsel bij onjuiste informatie van de overheid?

De ondernemer kan in een bezwaarschrift een beroep doen op het vertrouwensbeginsel. Een dergelijk beroep slaagt alleen als aan de volgende eisen is voldaan:

  • Er moet allereerst sprake zijn van  gerechtvaardigde verwachtingen gewekt door het beslissingsbevoegde bestuursorgaan. Dat is meestal het college of de gemeenteraad. De feitelijke contacten vinden echter vaak plaats met ambtenaren.
  • Verder moeten de gedane toezeggingen uitdrukkelijk, ondubbelzinnig en onvoorwaardelijk zijn. Aan deze criteria wordt niet snel voldaan.

De betreffende ondernemer vindt dus vaak geen bescherming wanneer hij zich vanuit een praktijksituatie beroept op het vertrouwensbeginsel. Overigens gaat het beroep op het vertrouwensbeginsel niet altijd mis. In de praktijk erkent het bestuursorgaan nog wel eens dat er niet adequaat is gereageerd op vragen van de betrokkene.

Schadevergoeding bij onjuiste informatie van de overheid?

Voor het verstrekken van onjuiste informatie kan de overheid onder omstandigheden aansprakelijk zijn. De rechtbank Gelderland achtte bijvoorbeeld in een uitspraak de gemeente aansprakelijk voor de schade die eiser had geleden als gevolg van onjuiste informatieverstrekking. De ondernemer vorderde schadevergoeding omdat hij van het bedrijvenloket van de gemeente hoorde dat hij in de locatie uitsluitend een afhaalrestaurant, zonder ondersteunende horeca, mocht exploiteren.

De rechtbank volgde de eiser in zijn betoog dat hij een hogere omzet en meer winst had kunnen behalen als hij een ontheffing voor ondersteunende horeca had gehad en zijn afhaalrestaurant als zodanig had ingericht.

Had de betrokkene de regelgeving zelf moeten kennen?

Het kan ook zo zijn dat de betrokkene zelf de wettelijke voorschriften had moeten kennen. Het Gerechtshof Den Haag oordeelde in de uitspraak van 25 maart 2014 dat de betrokkene zelf de wettelijke voorschriften had moeten kennen. In deze zaak ging het om een mededeling van het ondernemersloket van de gemeente dat een schetsplan in aanmerking kwam voor een vergunning. De gemeente weigerde echter de gevraagde vergunning. Dit leverde geen onrechtmatige daad op omdat de ontwikkelaar zelf de voorschriften voor de beoordeling van een bouwplan had moeten kennen. Verder vond het Gerechtshof dat de inlichting van de ambtenaar niet kon gelden als een toezegging dat een omgevingsvergunning zou worden verleend.

Tips

  • Ga niet zo maar uit van de betrouwbaarheid van mondelinge informatie die overheid geeft.
  • Stuur een “heb-ik-het-goed-begrepen-brief” aan het bevoegde bestuursorgaan en wacht op antwoord.

Hulp nodig?

Heb je vragen over dit onderwerp? Neem dan vooral contact met ons op. Ons team helpt je graag verder.

Ook interessant