Onterechte registratie in het Externe Verwijzingsregister (EVR)

Elke bank legt ‘incidenten’ van (voormalige) klanten vast. Dit zijn gedragingen van (rechts)personen die nadelig (kunnen) zijn voor de bank, haar klanten of medewerkers. Het valt mij op dat banken tegenwoordig veel sneller dan voorheen personen registreren in het interne verwijzingsregister (IVR) en het externe verwijzingsregister (EVR). Dat is regelmatig ten onrechte.

Externe Verwijzingsregister
Advocaat
maandag 28 november 2022

IVR/EVRregistratie heeft vergaande gevolgen

Bij een opname in het IVR kunnen alleen de eigen medewerkers van de bank het IVR raadplegen. In meer ernstige gevallen registreert de bank het incident ook in het EVR. Een opname in het EVR kan voor de betrokkene verstrekkende consequenties hebben. Alle aangesloten financiële instellingen kunnen dan namelijk vaststellen dat sprake is van opname in het EVR van een andere deelnemer. Het gevolg hiervan kan zijn dat alle deelnemers hun financiële diensten aan de opgenomen persoon zullen weigeren. Zo kan het zijn dat iemand die geregistreerd is, geen bankrekening meer kan openen, geen (hypothecaire) geldlening kan krijgen of geen verzekering kan afsluiten.

Wanneer mag registratie in het EVR?

Vanwege deze vergaande gevolgen worden daarom terecht hoge eisen gesteld aan de opname in het EVR. Dit uitgangspunt is terug te vinden in het Protocol Incidentenwaarschuwings-systeem Financiële Instellingen 2021 (hierna: het Protocol). Voor opname in het IVR geldt een lichtere toets dan voor opname in het EVR.

In het Protocol is nader geconcretiseerd in welke gevallen gegevens mogen worden opgenomen en opgenomen blijven. In artikel 5.2.1 van het Protocol is met betrekking tot opname in het EVR het volgende bepaald:

De Deelnemer dient de Verwijzingsgegevens van (rechts)personen die aan de hierna onder a en b vermelde criteria voldoen en onder toepassing van het onder c genoemde proportionaliteitsbeginsel op te nemen in het Extern Verwijzingsregister.

a ) De gedraging(en) van de (rechts)persoon vormden, vormen of kunnen een bedreiging vormen voor (I) de (financiële) belangen van cliënten en/of medewerkers van een Financiële Instelling, alsmede de (Organisatie van de) Financiële Instelling(en) zelf of (II) de continuïteit en/of de integriteit van de financiële sector.

b ) In voldoende mate staat vast dat de betreffende (rechts)persoon betrokken is bij de onder a bedoelde gedraging(en). Deze vaststelling betekent dat van strafbare feiten in principe aangifte of klachten wordt gedaan bij een opsporingsambtenaar.

c ) Het proportionaliteitsbeginsel wordt in acht genomen.

Dit houdt in dat Veiligheidszaken vaststelt, dat het belang van opname in het Externe Verwijzingsregister prevaleert boven de mogelijk nadelige gevolgen voor de Betrokkene als gevolg van opname van zijn Persoonsgegevens in het Extern Verwijzingsregister.

Wat is de rol van de AVG?

Opname in het EVR is een verwerking van persoonsgegevens en moet daarom voldoen aan de AVG. Het is vaste rechtspraak dat het Protocol voldoende waarborgen biedt voor een rechtmatige verwerking van persoonsgegevens. In andere woorden, als aan de vereisten van het Protocol is voldaan, is ook voldaan aan de AVG.

Wat te doen bij een onterechte EVR-registratie?

Bent u naar uw gevoel ten onrechte geregistreerd in het EVR? Dan is het raadzaam dat u daartegen verweer voert. De gevolgen van de EVR-registratie zijn namelijk verstrekkend, zoals hiervoor is aangegeven.

Uit ervaring kan ik vaststellen dat een EVR-registratie van de bank regelmatig niet terecht is. De eis onder b) dat ‘in voldoende mate moet vaststaan’ dat sprake is van bijvoorbeeld verzekeringsfraude, brengt met zich dat sprake moet zijn van zodanige concrete feiten en omstandigheden dat zij een als strafbaar feit te kwalificeren bewezenverklaring in de zin van artikel 350 van het Wetboek van Strafvordering kunnen dragen (zie ECLI:NL:HR:2009:BH4720 en ECLI:NL:GHARL:2014:8710). Een veroordeling door de strafrechter is echter niet vereist. Als maatstaf geldt dat de vastgestelde gedragingen een zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van schuld moeten opleveren.

De bank biedt altijd de mogelijkheid een klacht in te dienen bij de bank. De bank beoordeelt dan deze klacht zelf. Maar vaak duurt het lang voordat de bank reageert en wordt het standpunt bovendien niet herzien. De slager keurt in dit geval zijn eigen vlees. Het levert vaak meer op de kwestie voor te leggen aan de onafhankelijke rechter. Een rechter kan in een kort geding de bank gebieden de EVR-registratie op te heffen. Ook is het mogelijk dat de registratie in duur wordt beperkt. Zo oordeelde de rechtbank Den Haag recent dat de EVR-registratie door de bank van een student op zich terecht was, (omdat deze student betrokken was bij fraude door aan een oplichter toegang te verlenen tot zijn bankrekening), maar is de registratie door de rechter beperkt voor een periode van maximaal twee jaren. Dat is te overzien.

Hulp nodig?

Wij kunnen u helpen bij een onterechte EVR-registratie. Levert een eerste brief aan de bank niet het gewenste resultaat op, dat de EVR-registratie wordt verwijderd, dan kan vervolgens een kort geding worden gestart.

Ook interessant