Bewijs en bewijslast – procedure tegen de Belastingdienst

Bewijs en bewijslast zijn belangrijk in een procedure tegen de Belastingdienst. In deze blog leg ik uit welke soorten bewijs je kan leveren. Ook leg ik uit hoe de bewijslast wordt verdeeld tussen de belastingplichtige en de Belastingdienst.

Fiscalist en financieel adviseur
donderdag 16 juli 2020
Bewijs en bewijslast  procedure Belastingdienst

Spring snel naar:

Soorten bewijs in procedure belastingdienst

In een beroepsprocedure is men vrij in de keuze van het soort bewijs. Zo kan men bijvoorbeeld agenda’s, e-mails en zelfs getuigenverklaringen gebruiken om een standpunt te onderbouwen. De rechter is vervolgens vrij in de waardering van deze bewijsmiddelen. Hij mag dus afwegen welke bewijsmiddelen hij het zwaarste vindt wegen. Dit doet hij bijvoorbeeld aan de hand van de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van het geleverde bewijs.

Bewijslast: verdeling bewijs tussen belastingplichtige en Belastingdienst

In principe is de verdeling van de bewijslast als volgt. De belastingplichtige draagt de bewijslast voor belastingverlagende elementen (zoals de toepassing van vrijstellingen of aftrekposten) en de inspecteur draagt de bewijslast voor belastingverhogende elementen. Daarmee moet de inspecteur bijna alle bestanddelen van de aanslag bewijzen. Dat zorgt dus voor een zware bewijslast.

Om aan deze zware bewijslast te kunnen voldoen, heeft de inspecteur een aantal middelen tot zijn beschikking. Zo heeft hij de bevoegdheid om gegevens en inlichtingen op te vragen bij de belastingplichtige. Op de belastingplichtige rust bovendien een informatieplicht.

Omkering bewijslast

Soms wordt de normale verdeling van de bewijslast aangetast. Dat kan op twee manieren, namelijk wanneer:

  1. De vereiste aangifte niet is gedaan; of
  2. Een informatiebeschikking is opgelegd.

Het gevolg is in beide gevallen dat de bewijslast wordt omgekeerd (en verzwaard). Daarover vertel ik hieronder meer.

1. De vereiste aangifte is niet gedaan

Het niet doen van een vereiste aangifte spreekt bijna voor zich. Als een belastingplichtige is uitgenodigd tot het doen van een aangifte, dan moet hij deze tijdig indienen. Blijft de aangifte uit na herinnering en aanmaning? Dan is deze niet ingediend.

Een aangifte is ook ‘niet-ingediend’ als de aangifte wel is gedaan, maar deze te laag is. Dit is het geval wanneer de inspecteur kan aantonen dat:

  • de belasting lager is aangegeven dan zou moeten, door gebreken in de aangifte;
  • het verschil tussen de aangegeven belasting en de daadwerkelijk verschuldigde belasting zowel absoluut als relatief aanzienlijk is (absolute en relatieve toets); en
  • de belastingplichtige zich bewust moet zijn geweest van het feit dat de aangifte te laag was;

Waar de grens ligt voor de absolute en relatieve toets, blijft vaag. Uit een aantal zaken blijkt dat er ‘relatief te weinig belasting is aangegeven’ bij een verschil van 10%.

2. Een informatiebeschikking is opgelegd

Een informatiebeschikking kan worden opgelegd als je je verplichtingen tot het voeren van een deugdelijke administratie en het verstrekken van inlichtingen, nalaat. Wanneer je geen bezwaar/beroep hebt ingesteld of niet verder hebt geprocedeerd tegen de beschikking, staat de informatiebeschikking onherroepelijk vast.

Welke gevolgen heeft de omkering van de bewijslast?

De omkering van de bewijslast houdt in dat de inspecteur de aanslag kan vaststellen op basis van een redelijke schatting in plaats van de hoogte ’te doen laten blijken’. Deze schatting moet wel ergens op gebaseerd zijn: de inspecteur mag niet zo maar extreme hoogten hanteren. Hij heeft dus geen vrij spel om willekeurige correcties door te voeren.

Daarmee is het nog niet voorbij voor de belastingplichtige. Hij mag tegenbewijs leveren. Dit tegenbewijs kan zien op het onderuit halen van de onderbouwingen van de inspecteur, maar ook uit het aantonen van de correcte hoogte van de aanslag. Kortom: omkering van de bewijslast is vervelend, maar de belastingplichtige heeft nog steeds een kans.

Desondanks blijft voorkomen beter dan genezen. Zorg er dus allereerst voor dat je aangifte correct is. Zorg er daarnaast voor dat je altijd op tijd reageert op verzoeken van de Belastingdienst.

Hulp nodig?

In de praktijk sta ik regelmatig mensen bij in bezwaar of beroep tegen de belastingdienst. Heb je een vraag over dit onderwerp? Bel of mail mij dan gerust.

Rob Beukema

Fiscalist en financieel adviseur

Ook interessant