Spaargeld, een tweede huis en bijvoorbeeld beleggingen worden belast met inkomstenbelasting. Dit gaat via box 3: voordeel uit sparen en beleggen. Het hebben van spaargeld levert namelijk rente op, een tweede huis kan je verhuren en beleggingen leveren dividend op. Deze voordelen worden belast, maar daarbij wordt niet gekeken naar wat je daadwerkelijk als voordeel hebt behaald. Er wordt namelijk gerekend met fictieve percentages. Er wordt vanuit gegaan dat een deel van je vermogen bestaat uit spaargeld (lage opbrengst) en een deel uit beleggingen (hogere opbrengst). Hoe hoger het vermogen hoe meer verwacht wordt dat je vermogen bestaat uit beleggingen in plaats van uit spaargeld.
Hoe werkt de belastingheffing in box 3?
Een snelle rekensom: men gaat ervan uit dat je bij een vermogen van €1.500.000 (na het heffingsvrije vermogen) ongeveer €225.000 aan spaargeld hebt en €1.224.000 in beleggingen zit. De wet gaat er in de huidige systematiek van uit dat spaargeld gemiddeld 0% oplevert en beleggingen ongeveer 5,5% (cijfers 2022). Dat betekent dat jij met een vermogen van €1.500.000 ongeveer €67.665 zou ontvangen aan rente, huuropbrengsten, dividendbetalingen, enz. Over dit bedrag betaal je dan belasting.
Maar, het hoeft helemaal niet te betekenen dat jij jouw vermogen zo hebt ingedeeld en dat jij die hoeveelheid aan opbrengsten hebt gehad! Wanneer jij jouw gehele vermogen (bijv. €1.500.000) spaart, dan ontvang je geen €67.665 aan rente van de bank. Dat zou namelijk neerkomen op 4,5% rente! Zo hoog is de rente al lang niet meer, maar de wetgeving gaat er wel van uit dat jij deze opbrengsten behaalt.
Wie (nagenoeg) alleen spaart, wordt dus wel belast alsof zij belegt en dus een hoger rendement haalt. Maar met sparen is de kans heel klein dat je dat rendement daadwerkelijk haalt.
Uitspraak Hoge Raad: box 3 in strijd met het eigendomsrecht en het discriminatieverbod
Tegen de systematiek van de box 3-heffing werd een massaal-bezwaarprocedure gevoerd. Eén van die bezwaren betrof het verhaal van een belastingplichtige en zijn echtgenote. Hun vermogen bedroeg circa €1.000.000 en bestond voor 80% uit spaargeld (€800.000). Op basis van het stelsel, zoals hierboven uitgelegd, werd er echter vanuit gegaan dat slechts 21% spaargeld bedroeg, dus €210.000. Voor dat deel werd uit gegaan van een lager rendement (+/- 2%). Het andere gedeelte, €790.000, zou beleggingsvermogen zijn waarmee een rendement van 4,5% gehaald zou zijn. Zij moesten dus belasting betalen over een veel hoger bedrag dan zij daadwerkelijk aan voordelen behaalden.
De Hoge Raad vindt dat deze manier van “het voordeel uit sparen en beleggen” berekenen te ver af staat van wat de belastingplichtige daadwerkelijk heeft genoten. Hierdoor stond het deze belastingplichtige en zijn echtgenote niet vrij om te beschikken over hun eigendom (het vermogen). De keuze om niet te gaan beleggen, maar het vermogen in de vorm van spaargeld te houden brengt met zich mee dat er (extra) veel belasting moet worden betaald, terwijl dit niet terugkomt in de opbrengsten. Daarmee is box 3 in strijd met het eigendomsrecht en het discriminatieverbod. De Hoge Raad vindt dit een te zware last die niet in verhouding staat. Lees hier de hele uitspraak.
Heffingen box 3: hoe nu verder?
De Hoge Raad oordeelde dat de betreffende Nederlanders gecompenseerd moeten worden. Hoe deze compensatie eruit gaat zien is nog onduidelijk. Ook is het nog niet bekend of mensen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen de aanslagen ook recht hebben op deze compensatie.
Wat wel duidelijk is, is dat box 3 aangepast moet worden naar aanleiding van het arrest. De coalitie was dit al van plan, maar nu zit er ook daadwerkelijk haast achter. Over de invulling zijn ze het nog niet eens. Daarom wordt er voorlopig geen aanslag opgelegd voor mensen die belasting betalen over inkomsten uit vermogen. Op 2 februari 2022 debatteert de Tweede Kamer over de uitspraak van de Hoge raad.
Bezwaar maken aanslag inkomstenbelasting
Betaal je meer belasting in box 3 dan dat je aan rendement ontvangt? En kunt u nog bezwaar maken? Dan adviseren wij om bezwaar te maken tegen de aanslag inkomstenbelasting. Let daarbij wel op de bezwaartermijn! Wij helpen je graag bij dit bezwaar. Wil je alvast weten hoe het maken van bezwaar bij de Belastingdienst in zijn werk gaat? Lees dan de blog van mijn collega Rob.
Charlotte Eveleens
Fiscalist en financieel adviseur