De overheid concurreert steeds vaker met bedrijven. Denk daarbij aan de afdeling groenvoorziening van bijvoorbeeld een gemeente die ook particuliere klussen tegen een schappelijk tarief oppakt en de exploitatie van een parkeergarage, terwijl er ook particuliere parkeergarages zijn. En wat te denken van goedkope fitness in de gemeentelijke sporthal, terwijl er ook al een sportschool is? Dat is toegestaan. De overheid moet zich echter wel aan regels houden om oneerlijke concurrentie te voorkomen.
Concurrentie vanuit de overheid
Concurrentie door de overheid leidt soms tot grote ergernissen bij ondernemers. Overheden kunnen meestal scherper concurreren dan ondernemers dat kunnen. Ze kunnen zich goedkoop aanbieden, omdat ze niet alle kosten doorberekenen (‘de sporthal staat er toch al’). Daarnaast hebben ze vanuit hun publieke taak toegang tot informatie die niet toegankelijk is voor hun concurrenten. Bovendien zitten ze bij het verdelen van overheidsopdrachten op de eerste rij.
Wet Markt en Overheid
Om de concurrentie van de overheid in goede banen te leiden is de Wet Markt en Overheid in 2014 in het leven geroepen en is net verlengd tot 1 juli 2021. De Wet Markt en Overheid kent vier gedragsregels:
- de overheid moet alle kosten doorberekenen;
- er mag geen gebruik worden gemaakt van exclusieve gegevens;
- overheidsdiensten mogen niet worden bevoordeeld;
- er mag geen functievermenging zijn van publieke taken en economische activiteiten.
Uitzondering op de Wet Markt en Overheid
Van de bovenstaande regels zijn drie sectoren uitgezonderd, namelijk het onderwijs, de publieke omroep en sociale werkplaatsen. Die sectoren hebben hun eigen regels voor economische activiteiten.
Overheid moet alle kosten doorberekenen
Het meest interessant is de regel dat de overheid alle kosten moet doorberekenen bij het uitoefenen van economische activiteiten. Wanneer de overheid dus een sporthal exploiteert, moet de overheid berekenen wat de kosten daarvan zijn (dit noemt men ook wel de integrale kostprijs) en deze minimaal in rekening brengen bij de afnemer.
Oneerlijke concurrentie overheid?
Wanneer de overheid zich niet aan de gedragsregels houdt, kan een belanghebbende daartegen actie ondernemen. Allereerst kan men een klacht indienen bij de organisatie waar hij of zij problemen mee heeft. Ook kan men met de klacht over oneerlijke concurrentie terecht bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM), die de gedragsregels handhaaft. De ACM kan dan een onderzoek instellen naar concurrentievervalsing. Als de ACM vaststelt dat de wet wordt overtreden, kan zij een last onder dwangsom opleggen. Tot slot kan een belanghebbende de rechter verzoeken of hij het handelen in strijd met de gedragsregels wil verbieden.
Uitzondering van het algemeen belang
Een belangrijke uitzondering op de werking van de gedragsregels is de uitzondering van het algemeen belang. Economische activiteiten en bevoordelingen die plaatsvinden in het algemeen belang zijn uitgezonderd van de gedragsregels. Daarvoor is wel vereist dat de gemeenteraad een besluit neemt, waarin de raad vaststelt dat er sprake is van een algemeen belang. De raad moet dit uiteraard ook motiveren. Tegen dit besluit kan een belanghebbende in bezwaar gaan. Dit moet wel binnen de bezwaartermijn.
Optreden tegen de overheid
Kortom, er is nog genoeg werk aan de winkel voor overheden om aan de nieuwe regels te voldoen. Ondernemers krijgen door de nieuwe wet meer mogelijkheden om op te treden tegen oneerlijke concurrentie door overheden. Benieuwd naar de mogelijkheden? Neem contact op met Jonatan.
Jonatan Faas
Advocaat